Skip to content

Drie Low-Code softwarevarianten uitgelegd

Dit artikel is eerder verschenen op channelweb.nl

Low-code applicatieontwikkeling wordt steeds populairder. Dat is goed nieuws, want het is een ware revolutie op het gebied van bedrijfssoftware. Het zorgt ervoor dat business-applicaties veel sneller opgeleverd kunnen worden met een minimum aan handmatig programmeren, en minimale investeringen in training en implementatie. Low-code platformen zijn echter in alle soorten en maten beschikbaar. En dat is nu net waar de schoen wringt. Want voor welk doel gebruik je de verschillende varianten?

In grote lijnen kun je low-code applicatieplatformen in drie categorieën verdelen, die allemaal een oplossing bieden voor hetzelfde probleem: de trage opleversnelheid van zakelijke applicaties.

Met een low-code platform wordt programmeerwerk namelijk tot een minimum beperkt en hoeft veel functionaliteit niet meer vanaf het begin ontwikkeld te worden. Daarnaast kunnen low-code applicaties altijd eenvoudig gewijzigd worden, in tegenstelling tot een softwarepakket of maatwerksoftware. Toen low-code softwareontwikkeling in zwang kwam, waren de beschikbare platformen vooral geschikt voor het maken van eenvoudige web-apps met beperkte functionaliteit. Het low-code landschap is inmiddels echter aanzienlijk gegroeid. Er zijn veel meer verschillende platformen beschikbaar, en de diepgang qua mogelijkheden en inzetgebieden is sterk toegenomen. Laten we de drie individuele categorieën eens op een rij zetten.

No-code apps

In het low-code landschap is no-code development de lichtste variant. No-code wordt vaak geïntroduceerd door de business als reactie op een rigide IT-afdeling, en meestal zonder verder overleg daarmee. De beschikbare ontwikkelplatformen zijn vooral gericht op eindgebruikers binnen organisaties met weinig tot geen technische kennis, die via een visuele (webgebaseerde) omgeving zelf hun zakelijke applicaties beter willen ontsluiten. Deze mensen worden ook wel ‘citizen developers’ of ‘burgerontwikkelaars’ genoemd. In de praktijk wordt no-code gekocht door de business en gebruikt voor kleine applicaties met beperkte functionaliteit, bijvoorbeeld voor het afhandelen van onderhoudswerkzaamheden, of om bepaalde aanvullende mogelijkheden te realiseren die niet in een groot softwarepakket worden aangeboden. No-code development is laagdrempelig en kan snel meerwaarde toevoegen, maar let wel dat zowel de functionele mogelijkheden als integratie met andere applicaties beperkt zijn.

Low-code apps

Een iets zwaardere categorie dan no-code bestaat uit low-code app-platformen. Low-code wordt vaak ingezet als onderdeel van de strategie om de legacy-systemen te ontsluiten, soms gedreven door de business en in andere gevallen door de IT-afdeling. Low-code platformen zijn ook bedoeld voor citizen developers, die zowel een business- als IT-achtergrond kunnen hebben. Ontwikkelen met een low-code app-platform is minder visueel en iets technischer, waardoor het meer training vereist. Maar de mogelijkheden zijn wel een stuk breder dan bij no-code development, evenals de integratiemogelijkheden met andere zakelijke toepassingen. De resulterende low-code applicaties blijven echter apps. Ze bieden vooral een mooie manier om informatie en functies uit verschillende andere applicaties bij elkaar te brengen in één geïntegreerde app. Low-code apps worden daarom bijvoorbeeld veel ingezet om functionele gaten in grote softwarepakketten te vullen of voor het ontwikkelen van zakelijke dashboards.

Low-code ERP

De meest geavanceerde low-codevariant bestaat uit platformen waarmee volwaardige ERP-systemen gebouwd kunnen worden. Het implementeren van low-code ERP is per definitie een strategische keuze, die gemaakt wordt door het topmanagement. Software ontwikkelen met deze platformen vereist meer technische kennis en training dan de no-code/low-code app-platformen, maar de resulterende applicaties zijn net zo flexibel aan te passen. Een groot voordeel is dat je veel minder softwareontwikkelaars nodig hebt. Voor de ontwikkeling zijn vooral businessanalisten nodig om de functionele eisen vast te leggen, en vervolgens leggen modelleurs die vast in modellen. De ontwikkeling verloopt hierdoor gemiddeld tien keer sneller dan met traditionele middelen. Het grote voordeel van dit type low-code ontwikkelplatformen is dat ze gebruikt kunnen worden om volwaardige ERP-systemen te ontwikkelen, die daarnaast flexibel kunnen integreren met andere applicaties. Bedrijven als VDL en Vacansoleil draaien inmiddels met bedrijfssoftware die met low-code ERP-platformen zijn gebouwd. Daarnaast worden deze veelzijdige low-code ontwikkelplatformen ook steeds meer gebruikt door softwareproducenten, die hun bestaande softwarepakketten ermee moderniseren naar een modelgedreven oplossing. Hierdoor hoeven ze hun software nooit meer te vervangen omdat die verouderd is, en ze kunnen hun product veel flexibeler aanpassen en uitbreiden.